Nederlands pensioenvermogen nog nooit zo hoog

Nederlands pensioenvermogen nog nooit zo hoog

Het Nederlands pensioenvermogen is in 2017 naar een recordhoogte gestegen. Dit blijkt uit Global Pension Assets Study 2017, een jaarlijks terugkerende studie van Willis Towers Watson naar de 22 belangrijkste pensioenmarkten van de wereld. Ondanks de overgang naar beschikbare premieregelingen die veel werkgevers maken, is het percentage DB-regeling nog altijd vrijwel nergens ter wereld zo hoog (94%).

Wereldwijd groeide het institutioneel pensioenkapitaal op de 22 grootste pensioenmarkten het afgelopen jaar tot een waarde van $ 41,3 biljoen; een stijging van ruim 13% en de grootste jaarlijkse toename in de afgelopen 20 jaar. De Nederlandse pensioenmarkt heeft daar een belangrijke bijdrage aan geleverd en noteert opnieuw het hoogste pensioenvermogen in verhouding tot haar bruto binnenlands product (194%).

4,2% groei  per jaar

Uit het rapport blijkt dat het vermogen van Nederlandse pensioenfondsen de afgelopen 10 jaar gestaag is gegroeid, met gemiddeld 4,2% per jaar (gemeten in USD). Het groeicijfer is gelijk aan het wereldwijd gemiddelde en ligt dicht in de buurt van rendementen op aandelen en obligaties in diezelfde periode.

Hoog marktrendement

“Het feit dat Nederland haar pensioenbeleggingen als percentage van het BBP heeft zien stijgen is positief te noemen”, aldus Jacco Heemskerk, Head of Investment bij Willis Towers Watson. Hij plaats wel de kanttekening dat de positieve cijfers het gevolg zijn van een ongebruikelijk hoog marktrendement. “Dat maakt dat we voorzichtig zijn in onze vooruitzichten en meer dan ooit het belang van een breed gespreide portefeuille onderstrepen.”

DB versus DC

Daarbij bestaat, in tegenstelling tot de wereldwijde trend, nog steeds een groot deel van de Nederlandse pensioenmarkt (94%) uit toegezegde pensioenregelingen (defined benefit-regelingen). Hiermee laat Nederland alleen Japan (96%) en Canada (95%) voor zich.

Overgang naar premieregelingen

Dit in tegenstelling tot de wereldwijde trend, waarbij het beschikbare premievermogen (defined contribution, DC) een steeds grotere groei doormaakt ten opzichte van het DB-vermogen.
Heemskerk: “De overgang naar premieregelingen vraagt om nieuwe oplossingen voor deelnemers. Uiteindelijk willen we betere resultaten voor deze deelnemers. Nieuwe wetgeving moet daarmee rekening houden.”

Conservatief beleggen

In vergelijking met andere landen beleggen Nederlandse pensioenfondsen relatief
conservatief. De allocatie naar obligaties bedraagt in Nederland gemiddeld 50% van de totale beleggingen en daarmee ligt Nederland nog altijd fors boven het gemiddelde van 27% van de zeven grootste pensioenmarkten. Alleen Japan kent met 56% een nog conservatievere insteek. In tegenstelling tot wereldwijde markten daalde het aandeel alternatieve beleggingen in Nederland juist van 18% in 2007 tot de huidige 17%.

Lagere koopkracht

Heemskerk: “Zekerheid heeft een prijs. Het grote aandeel beleggingen in obligaties en de
terughoudendheid van de Nederlandse pensioensector bij het investeren in alternatieve beleggingscategorieën vertaalt zich in naar verwachting lagere koopkracht.”

Vooral buiten eigen land

Een andere opvallende uitkomst van het rapport is dat pensioenfondsen meer buiten
eigen land beleggen. Wereldwijde spreiding van beleggingen en indexbeleggen
hebben hieraan bijgedragen. Waar in 1998 wereldwijd nog 69% van het vermogen in lokale valuta werd belegd, is dit percentage in 2017 gezakt naar 41%. Canada, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk laten de laagste percentages zien. In de Verenigde Staten wordt het grootste percentage in eigen land belegd.

Brone: amweb