Opschieten met het nieuwe pensioenstelsel

Opschieten met het nieuwe pensioenstelsel

Opschieten met het nieuwe pensioenstelsel

Natuurlijk is een principiële discussie over euthanasie of voltooid leven een heikel punt bij een kabinetsformatie. Beslissingen over principes zijn nu eenmaal lastiger dan beslissingen over de verdeling van de Rijksfinanciën, die – zoals we weten – aan alle kanten meevallen door de goed draaiende economie. Maar ik zou toch het komende kabinet willen oproepen om zo snel mogelijk een andere principiële beslissing te nemen: over een nieuw pensioenstelsel. Want die wordt mijns inziens te gemakkelijk vooruit geschoven omdat de dekkingsgraden van de pensioenfondsen momenteel er weer beter voorstaan.

Dan ben je jezelf als regering voor de gek aan het houden. De Sociaal Economische Raad doet al vanaf 2015 onderzoek naar een nieuw pensioenstelsel, alleen op de één of andere manier komt er geen definitief voorstel. En de tijdbom tikt. Om te beginnen groeit het leger zzp’ers gestaag door. Volgens de laatste peilingen is dat een beroepsgroep van 1 miljoen. Het merendeel, zeker de starters, heeft geen geld om opzij te zetten voor de oude dag. Denk je eens in wat er gebeurt als die miljoen collectief alleen van hun AOW moeten rondkomen. En welke impact dat heeft op allerlei subsidies en toeslagen? Deze mensen moeten, overigens net als de werknemers in vaste dienst, gestimuleerd worden om zelf te gaan sparen voor een pensioenpot. Daar zijn de 4 formatiepartijen het wel over eens. Maar hoe?  Vul dat maar eens in. Wat mij betreft komt er een regeling waar zzp’ers in basis verplicht aan mee moeten doen  met vrije keuze voor de uitvoering.

Vertrouwen van de consument

Het vertrouwen dat consumenten hebben in de pensioensector neemt ondertussen niet toe. Ook al hebben we inmiddels al ingespeeld op de ontwikkelingen met producten die beter passen in deze tijd. Die meer tegemoet komen aan de behoefte van keuzevrijheid zoals DC, maar dan moet er fiscaal wel een gelijk speelveld komen tussen DB en DC..  Als voorbeeld: Bij verzekeraars kunnen werknemers keuzes maken in de hoogte van de uitkering, tussen wel of geen nabestaandenpensioen en over deeltijdpensioen. Maar daarmee kunnen we nog onvoldoende doen aan de oorzaken van de problemen. Ik noem ze nog even: het macro langlevenrisico kun je niet delen met jongere generaties, je kunt het risico alleen doorschuiven. Dat is dus éénrichtingsverkeer van ouderen naar jongeren. Dat het huidige kabinet mikt op afschaffing van de doorsneepremie in 2020/2021, lost wel een deel van de subsidie van jongeren naar ouderen op, maar dat doorschuiven maakt het probleem juist weer groter. En het overgrote deel van de werkgevers en werknemers zit nog steeds vast aan de zogenaamde sectorale verplichtstelling, die hen belemmert in de keuzevrijheid.

Werknemers maken zich zorgen over het stelsel

Een nieuw pensioenstelsel moet recht doen aan alle partijen, werkgevers, werknemers en zzp’ers. Met keuzevrijheid, maar ook met verplichtingen. Jongeren maken zich zorgen of er nog wel een pensioen voor hen is, ouderen maken zich zorgen over het afbreukrisico van hun pensioen, werknemers maken zich zorgen over het stelsel als geheel en werkgevers over de betaalbaarheid van hun pensioenen. En wij als verzekeraars maken ons zorgen over het getreuzel in de polder. Logisch dat de SER er niet uitkomt. Er zijn te veel tegenstrijdige belangen tussen werkgevers en werknemers, tussen vakbonden en bestuurders van pensioenfondsen. Ze willen te veel vasthouden aan het bestaande stelsel. Als we moeten wachten tot die het met elkaar eens zijn heb je grote kans dat er een gedrocht van een pensioenstelsel uitkomt om iedereen tevreden te houden. Een nieuwe stelsel zou eenvoudig en transparant moeten zijn. Dat vindt de politiek ook. En dat is dus precies de reden dat de politiek het voortouw moeten nemen. En snel graag.

bron: amweb.nl