Brandveiligheid krijgt steeds meer invloed op waarde van een gebouw
Brandveiligheid krijgt steeds meer invloed op waarde van een gebouw
Wat is de invloed van brandveiligheid op de waarde van een gebouw? Deze vraag zal steeds vaker gesteld gaan worden. Door ondernemers, bestuurders, investeerders, banken en verzekeraars. Zij zullen bij de bouw, de aan- of verkoop, de financiering, het verzekeren of de exploitatie van een gebouw niet langer de (mede)verantwoordelijkheid willen dragen die brandonveiligheid met zich meebrengt. Rampen als in Londen (Grenfell) met 72 dodelijke slachtoffers kunnen zich ook in Nederland voordoen. Met name onder ouderen en minder validen, de niet zelfredzame personen die ‘zelfstandig’ wonen. Met de kennis en ervaring die al ruim beschikbaar is, wordt het steeds moeilijker die grote verantwoordelijkheid te ontlopen.
De waarde van een object zal dus steeds meer ook worden bepaald door hoe brandveilig een gebouw is, gezien vanuit de bestemming en de totale bouwaard, inclusief de gebruikte isolatiematerialen, gevelbeplating, rookscheiding et cetera. Wie zal in de toekomst nog willen investeren in een brandonveilig gebouw? Uitsluitend voldoen aan de minimale wettelijke eisen is zeer vaak ruim onvoldoende om een gebouw ook werkelijk brandveilig (lees: vluchtveilig) én brandbestendig te noemen.
Hoe brandbestendig is een duurzaam gebouw eigenlijk?
Ook de vermeende duurzaamheid van een gebouw zal steeds vaker ter discussie komen te staan. Immers, hoe duurzaam is een gebouw wérkelijk, als het tegelijkertijd brandónveilig is (lees: niet brandbesténdig) en bij verzekeraars te boek staat met het ‘afbrandscenario’? Wegkijken en eenvoudig de premie verhogen zodra de schadelast toeneemt zal op steeds meer maatschappelijke afkeuring kunnen rekenen.
De cijfers, gepubliceerd door Nivre, laten zien dat het aantal zeer grote branden alsmaar toeneemt. Nivre is gestopt met het publiceren van deze informatie. Spijtig, de ontwikkelingen zullen meer giswerk worden en er lering uit trekken steeds moeilijker. Hopelijk zal er een partij zijn die deze publicaties weer ter hand neemt. Het Verbond van Verzekeraars, die het eerder al vele jaren deed?
Economische factor van belang
Een duurzaam beleid ten aanzien van brandveiligheid draagt bij aan een beter milieu en aan een gunstige(r) ranking op de Dow Jones Sustainability Index (DJSI). Leiders zullen zich steeds meer moeten verantwoorden over de duurzaamheid van hun beleid. Ter voorkoming van reputatieschade, maar ook om het bedrijfseconomische belang te dienen, een betere premie-schade-verhouding en minder kosten (combined ratio). Door de kern van het probleem – teveel branden en slachtoffers – te onderkennen en aan te pakken, zal brandpreventie en -veiligheid een economische factor van belang worden. Selectie aan ‘de voorkant’ is bovendien veel eenvoudiger dan aan ‘de achterkant’. Besturen via ‘de achteruitkijkspiegel’, zal (te) grote verrassingen opleveren. Verzekeraars die het voortouw nemen, zullen snel kunnen profiteren van minder schade, minder kosten én een duurzaam imago.
De vervuiler betaalt en risicobewustzijn loont
Verzekerden zullen niet langer eenvoudig kunnen zeggen ‘Ik ben toch goed verzekerd?’ en daarmee het vraagstuk van brandveiligheid wegwuiven. De markt zal hen gaan dicteren, de verzekerbaarheid zal ‘duurzaam gaan veranderen’. Brandpreventie zal een economische factor van belang worden. Dat vertaalt zich in een premie die past bij het werkelijke brand- en aansprakelijkheidsrisico dat wordt gelopen bij een veilig respectievelijk onveilig gebouw. Dat zal tot meer premiedifferentiatie leiden (trade-off).
Naarmate dit onderwerp hoger op de agenda komt, zal de waarde van onveilige gebouwen dalen, waardoor financieren en verzekeren problematischer zal worden. In ieder geval anders, de risicopremies zullen (mogelijk fors) stijgen. De betere risico’s kunnen daarentegen dan een lagere premie verwachten. Immers ,‘de vervuiler betaalt’.
bron: amweb.nl