‘Grens tussen toedracht en aansprakelijkheid erkennen is niet altijd even scherp’

‘Grens tussen toedracht en aansprakelijkheid erkennen is niet altijd even scherp’

‘Grens tussen toedracht en aansprakelijkheid erkennen is niet altijd even scherp’

Een verzekerde mag de feitelijke toedracht van een ongeval wel erkennen, maar niet de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid. Die grens is de praktijk echter niet altijd even scherp te trekken, stelt advocaat verzekeringsrecht Coen Fledderus. “Het blijft daarom voor verzekerde en tussenpersoon raadzaam om in een zo vroeg mogelijk stadium te overleggen met de verzekeraar over het doen van uitlatingen aan de benadeelde wederpartij.”

‘Grens tussen toedracht en aansprakelijkheid erkennen is niet altijd even scherp’

Fledderus schrijft dit in zijn praktijkles bij een opzienbarende Kifid-uitspraak die is opgenomen in de am:kifiduitsprakenbank. In deze zaak sneuvelt een dure lamp in de praktijk van een huidspecialist nadat een vrouw met haar schoudertas erachter blijft hangen. De vrouw voelt zich aansprakelijk en doet daarom een beroep op haar verzekeraar Klaverblad. Die stelt echter dat er geen sprake is van onrechtmatig gedrag en wil daarom geen schade vergoeden aan het huidinstituut. Kifid steunt de verzekeraar daarin: gedrag dat leidt tot schade is niet per definitie onrechtmatig.

Terecht onderscheid

Volgens Fledderus worden verzekeraars en tussenpersonen vaker geconfronteerd met een dergelijk vraagstuk. “In de praktijk komt het namelijk voor dat een verzekerde die schade veroorzaakt zich aansprakelijk (schuldig) voelt jegens de benadeelde. Dit zal met name spelen als de benadeelde een bekende is van verzekerde.” Fledderus vindt dat de Geschillencommissie terecht onderscheid maakt tussen het ‘aansprakelijk voelen’ en het ‘aansprakelijk zijn’.

“In het verlengde van deze discussie ligt het spanningsveld van het door verzekerde zelf op eigen houtje erkennen van aansprakelijkheid. Als verzekerde dit namelijk heeft gedaan, terwijl dit niet terecht bleek, dan hoeft een verzekeraar evenmin dekking te verlenen. Het staat een verzekerde echter wel vrij om de feiten van het schadevoorval te erkennen (artikel 7:953 BW)”, schrijft Fledderus.

Overleg in vroeg stadium

“De verzekerde mag dus de feitelijke toedracht van een ongeval wel erkennen, maar niet de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid. In de praktijk is deze grens niet altijd even scherp te trekken. Het blijft derhalve voor verzekerde en diens tussenpersoon raadzaam om in een zo vroeg mogelijk stadium te overleggen met de verzekeraar over het doen van uitlatingen aan de benadeelde wederpartij”, licht de advocaat toe.

bron:amweb.nl