Wanneer wordt gekeken naar de verkeersveiligheid zijn snelwegen relatief veilige wegen. Ondanks dat daar met de hoogst toegestane snelheid mag worden gereden. Op provinciale wegen zijn (letsel-) schades het grootst. De meeste aanrijdingen gebeuren op kruispunten binnen de bebouwde kom. Door de komst van steeds meer rotondes neemt het aantal schades hier wel af.

Wanneer wordt gekeken naar de verkeersveiligheid zijn snelwegen relatief veilige wegen. Ondanks dat daar met de hoogst toegestane snelheid mag worden gereden. Op provinciale wegen zijn (letsel-) schades het grootst. De meeste aanrijdingen gebeuren op kruispunten binnen de bebouwde kom. Door de komst van steeds meer rotondes neemt het aantal schades hier wel af.

Wanneer wordt gekeken naar de verkeersveiligheid zijn snelwegen relatief veilige wegen. Ondanks dat daar met de hoogst toegestane snelheid mag worden gereden. Op provinciale wegen zijn (letsel-) schades het grootst. De meeste aanrijdingen gebeuren op kruispunten binnen de bebouwde kom. Door de komst van steeds meer rotondes neemt het aantal schades hier wel af.

Verkeersveiligheid

Om veilig aan het verkeer deel te nemen, is het cruciaal dat verkeersdeelnemers zich bewust zijn van hun positie in het verkeer. Een voorbeeld is links afslaan op een provinciale weg. Vaak is er op provinciale wegen een klein voorsorteervlak en vervolgens de mogelijkheid om af te slaan. Veel mensen draaien alvast de wielen in als ze op de plek zijn waar ze af willen slaan, wanneer ze even moeten wachten tot het tegemoetkomend verkeer voorbij is. Wees dan bewust van je positie in het verkeer en draai niet je wielen in. Want als er iemand achterop je rijdt, beland jij op de weghelft van het tegemoetkomend verkeer. Dat is juist niet de weghelft waar je wilt zijn. Staan de wielen niet ingedraaid, maar recht, en iemand rijdt onverhoopt achterop, dan rijd je gewoon rechtdoor. Dan zijn de gevolgen waarschijnlijk minder groot.

Hetzelfde principe geldt voor een spoorwegovergang. Sta je op een donkere / mistige ochtend voor een spoorwegovergang tussen de weilanden, draai dan juist wel je wielen in. Rijdt er dan iemand achterop, beland je niet op het spoor, maar rijd je voor het spoor het gras in. Ook in de bebouwde kom is dit principe belangrijk. De snelheden liggen veel lager, maar het risico dat er iemand achterop rijdt, is weer groter. Wees je dus altijd bewust van je positie in het verkeer. In dit filmpje wordt het kort en bondig uitgelegd.

Keren

Een ander voorbeeld is met de auto in het donker keren op een provinciale weg. In de bebouwde kom hoef je meestal niet te keren, omdat daar voldoende zijstraten en rotondes zijn. De auto is het best zichtbaar wanneer de lampen op de weg schijnen. Je wilt zo min mogelijk dwars op de weg staan. Keer daarom niet zoals geleerd bij je rijlessen, waarbij je de keermanoeuvre begint op de rechterbaan. Dan moet je drie keer steken, sta je drie keer dwars op de weg en ben je drie keer slecht zichtbaar. Een betere manier is om de auto de linkerbaan op te rijden en daar te stoppen, maak de bocht achteruit tot de auto dwars op de weg staat en rijd vervolgens weg. Dan sta je maar twee keer dwars op de weg en daarom is het een veiligere manier om te keren met de auto. Bekijk dit filmpje waarin het wordt uitgelegd.

De politieacademie heeft bij het CBR (Centraal Bureau voor de afgifte van Rijvaardigheidsbewijzen) aangegeven dat deze manier van keren veiliger is dan de manier waarop het nu geleerd wordt. Maar het CBR heeft dit genegeerd, want het wilde ook de maneuvreerbaarheid van de bestuurder testen. En nu hebben we dus 11 miljoen rijbewijshouders die verkeerd keren op provinciale wegen.

Voorpak doorgeef stuurmethode

Dat is met sturen precies hetzelfde. Waarschijnlijk stuur je met de overpakmethode. Bij het insturen in een bocht pak je dan het stuur met één hand over de andere hand heen. Op dat moment van overpakken staan je handen zo geplaatst dat je niet meer kunt reageren wanneer er iets onverwachts gebeurt. Als de auto gaat glijden of de bocht wordt door een actie van een andere auto ineens krapper, kun je niet goed corrigeren. Als je de ‘voorpak doorgeef stuurmethode’ gebruikt, die elke agent leert en die in de ANWB rijprocedure staat, is dat veel veiliger. Bij bijvoorbeeld een krappe  bocht naar rechts zet je je rechterhand vlak boven je linkerhand (op kwart voor twaalf) en met je rechterhand trek je het stuur de bocht in, je linkerhand blijft op dezelfde plek. Als je handen weer de bekende kwart voor drie positie hebben op het stuur, gaan je beide handen met het stuur mee, zodat je deze positie houdt. Dan ben je altijd in staat om te reageren op onverwachte gebeurtenissen. Bij parkeren, keren of uit een slip corrigeren is de overpakmethode wel geschikt.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden hoe de verkeersveiligheid kan worden verbeterd, maar zo kan ik er nog veel meer noemen.

Parkeerschades

Verreweg het grootste gedeelte van de schades van het Waarborgfonds Motorverkeer zijn parkeerschades. Daarom is het interessant met welke tips deze schades verminderd kunnen worden.

Achteruit inparkeren

Onder toezicht van een oud directeur van de Gemeente Politieverkeersschool Noordwijkerhout heb ik samen met een aantal ex-politiemensen bij een groot petrochemisch bedrijf een parkeerplaats heringericht en parkeerbeleid ontwikkeld. Vervolgens hebben we alle medewerkers en bezoekers verplicht om achteruit in te parkeren. Dat hebben we gedaan omdat uit onderzoek was gebleken dat dat veiliger zou zijn. Na drie maanden hebben we dat teruggedraaid, want er ontstonden juist meer parkeerschades. Het achteruit inparkeren bleek voor sommige mensen lastiger dan gedacht. Veel mensen kijken achteruit omdat ze dat gewend zijn, maar dat is een risicovolle manier. Veilig achteruit inparkeren doe je door gebruik te maken van de (buiten)spiegels. Uit deze ervaring blijkt dat achteruit inparkeren niet per definitie veiliger is.

Toch heeft achteruit inparkeren veel voordelen. Je hebt dan al even gereden. De motor is inmiddels warm en dan reageert de motor beter. Daarnaast zijn de ruiten niet meer beslagen. Als je de auto vooruit ingeparkeerd hebt, rijd je met een koude motor met mogelijk beslagen ruiten achteruit het parkeervak uit. Al het verkeer heeft bovendien voorrang op jou. Dat zijn niet de beste omstandigheden. Zeker als je meeneemt dat je vaak de eerste minuten achter het stuur nog vaak minder scherp bent, dan wanneer je al een poosje gereden hebt. Dus als je op je spiegels achteruit kunt inparkeren, heeft dat mijn voorkeur.

Keuze voor parkeervak

De keuze voor een veilige parkeerplek is cruciaal. Kies bijvoorbeeld wanneer mogelijk voor een hoek, waarbij één kant is afgesloten door een stoeprand of iets dergelijks. Dan is er maar aan 1 kant kans op schade door een andere auto. En als je op een hoek parkeert kan je aan 1 kant wat krapper parkeren, zodat je meer ruimte creëert voor iemand die naast je staat. Kies niet voor een open hoek waar mensen omheen rijden. Dan is de kans op schade groter.

Grotere parkeervakken

De parkeerplaatsen laten ook vaak te wensen over. Want het is niet voor niks dat we op Schiphol een comfortplaats kunnen bestellen. Die is aanzienlijk groter dan de gemiddelde parkeerplaats. Meestal worden parkeerplaatsen nog met 1 lijn uitgevoerd. Als ik bij transport- en taxibedrijven kijk hoe zij hun auto’s wegzetten, dan is dat heel vaak op parkeerplaatsen met dubbele lijnen. Dan is de ruimte tussen de auto’s bepaald. Er is veel meer ruimte. De dubbele lijnen zeggen ook iets over de moraliteit van een bedrijf en hoe zij met haar auto’s omgaat.

Auto’s worden over het algemeen steeds groter. Alle spiegels worden wettelijk groter. Maar de parkeerplaatsen niet. Dat is zorgelijk.

Zomer

Als laatste, de zomer komt er weer aan. Op zich is dit een prettig seizoen om in te rijden. Maar ook de zomer heeft weer specifieke situaties waar we op moeten anticiperen:

  • Zorg om te beginnen voor zomerbanden. De winterbanden kunnen er weer af en met zomerbanden hebben we meer grip. Ik ben geen voorstander van 4 jaargetijden banden. Dan heb je in elk jaargetijde net niet wat je wilt.
  • Verder komen in de zomer langere droge periodes voor. Na een regenbui kan het wegdek dan erg glad worden doordat er olie en diesel uit het wegdek komt bovendrijven.
  • Op de vroege ochtend en late avond kan er een felle laagstaande zon zijn. Een laagstaande zon zorgt gemiddeld voor 250 extra aanrijdingen per dag. Zorg er daarom altijd voor dat je een zonnebril op een praktische plaats in de auto beschikbaar hebt.
  • In de zomer is er veel meer zon en kan het erg heet in de auto worden. Dit zorgt voor moe- of loomheid. Dat is een bekende oorzaak van veel verkeersongelukken. Een goede airconditioning is daarom niet alleen prettig, maar ook veiliger. Met ramen open rijden op hogere snelheden leidt af en is daarom ook niet aan te raden.

bron. devereende.nl